Bijna 100 procent biomassa voor energie uit reststromen
Driekwart van de 1,65 mln ton biomassa komt uit eigen land
De houtachtige biomassa die in Nederland wordt ingezet voor de energieproductie bestaat voor bijna 100 procent uit afval- en reststromen. In 2018 werd 1,65 mln ton biomassa ingezet voor de productie van warmte, proceswarmte en elektriciteit. In totaal vermindert bio-energie de CO2-emissies in Nederland met ruim 6 Mton; 42 procent van alle vermeden emissies door hernieuwbare energie. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage van het Platform Bio-energie (PBE) in samenwerking met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Biomassa
Bio-energie vormt ruim 60 procent van de totale hernieuwbare energietoepassingen in Nederland, en is daarmee – vooralsnog - verreweg de belangrijkste vorm van hernieuwbare energie. De totale hoeveelheid biomassa die de deelnemende bedrijven gebruikten, was 1,65 mln ton; evenveel als in 2017. De biomassa die wordt ingezet in grotere installaties bestaat voor een groot deel uit B-hout (0,67 mln ton afvalhout). Belangrijk zijn ook de reststromen van regulier beheer van bos, landschap en gebouwde omgeving (0,6 mln ton) en de agro-, food- en houtindustrie (0,2 mln ton). Zo’n 77 procent van de biomassa komt uit eigen land. Bijna een half mln ton biomassa had een duurzaamheidscertificaat. Dit betreft alle biomassa die ingezet wordt in bij- en meestook, waarvoor een wettelijke verplichting geldt om gecertificeerd te zijn. Ruim 0,3 mln ton biomassa was in 2018 op vrijwillige basis gecertificeerd. De meest voorkomende toepassing (40 procent) betreft het gebruik in biomassaketels met een vermogen van meer dan 10 MW bij bedrijven voor de productie van elektriciteit en warmte.
Rapportage
PBE stelt de jaarlijkse rapportage op samen met RVO.nl. Doel is om transparantie te geven over gebruik, herkomst en duurzaamheid van biomassa. Het rapport is een vrijwillig verslag over het gebruik in installaties vanaf 1 MW.