Kabinet wil CO2 minimumprijs elektriciteitsopwekking invoeren
Wetsvoorstel volgt ontwerp-Klimaatakkoord
Het kabinet wil per 1 januari 2020 een minimumprijs invoeren voor de emissie van CO2 die een gevolg is van de productie van elektriciteit in Nederland. Staatssecretaris Snel van Financiën en minister Wiebes van EZK hebben een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer. De voorgenomen heffing volgt de afspraken aan de Elektriciteitstafel. VEMW heeft zich hierbij ingezet voor borging van de leveringszekerheid.
CO2-beprijzing
De elektriciteitsproducenten en de energie-intensieve industrie die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem EU-ETS worden voor hun CO2-emissies al belast sinds 2005. Deelnemers moeten voor iedere ton CO2 die zij uitstoten één emissierecht inleveren. Elektriciteitsproducenten betalen voor ieder recht een prijs die op een markt tot stand is gekomen. De industrie krijgt een hoeveelheid rechten toegewezen en moet op de markt extra rechten kopen voor de emissies die bovenop de toewijzing plaatsvinden.
De minimum CO2-prijs maatregel voor elektriciteitsproductie hangt samen met de EU ETS-prijs, die als gevolg van vraag en aanbod fluctueert. Het kabinet stelt in het wetsvoorstel voor om een minimum CO2-prijs in te voeren die oploopt van 12,30 euro in 2020 tot 31,90 euro per ton in 2030. Wanneer de EU ETS-prijs onder deze minimumprijs uitkomt, wordt deze aangevuld met een nationale CO2-belasting. De verwachting is dat de komende jaren de EU ETS-prijs niet onder de minimumprijs zakt.
De minimumprijs geldt voor alle bedrijven die elektriciteit opwekken en onder het EU ETS vallen. Dit betekent dat naast energiecentrales ook de uitstoot bij elektriciteitsopwekking in een warmtekrachtkoppelingsinstallatie (WKK) in de industrie, zoals in de chemie, de voedingsmiddelensector en de papier- en kartonproductie, wordt belast.
Samenhangend pakket
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “de door het kabinet beoogde invoering van een CO2-minimumprijs bij elektriciteitsopwekking is in lijn met de afspraken die we gemaakt hebben aan de Elektriciteitstafel, en die zijn opgenomen in het ontwerp Klimaatakkoord. VEMW heeft als absolute voorwaarde voor de invoering van een dergelijke maatregel behoud van leveringszekerheid gesteld. Naast het verlagen van het prijspad zoals dat in het Regeerakkoord was afgesproken, is een aantal andere randvoorwaarden afgesproken die samen moeten borgen dat deze maatregel niet leidt tot vervroegde sluiting van gasgestookte eenheden. Zo zou TenneT jaarlijks - voor steeds de daaropvolgende 6 jaren - de risico’s voor leveringszekerheid moeten monitoren op basis van objectieve indicatoren, met daarin meegenomen de nieuwe ontwikkelingen in de ETS-prijs.”