Terug naar nieuws

Vraagtekens bij doorrekening plannen voor generieke CO2-heffing

Lastenverzwaring industrie kan leiden tot verplaatsing van emissies

Klimaat Beleid en toezicht25 april 2019Karin Burghouwt

Het klimaatdoel voor de industrie, een emissiereductie van 14,3 Mton in 2030, komt binnen handbereik wanneer een generieke CO2-heffing wordt geïntroduceerd zoals Groen Links en de PvdA hebben voorgesteld. Dat concludeert het PBL in een concept-doorrekening van die voorstellen. VEMW stelt vraagtekens bij de doorrekening en wacht met belangstelling het voorstel voor een CO2-heffing van het kabinet af, dat in juni wordt verwacht.

Doorrekening
Waar de voorgestelde maatregelen volgens het ontwerp Klimaatakkoord uitkwamen op een emissiereductie range van 6 – 13,9 Mton in 2030, en uitgaande van meer actuele prijscijfers tot maximaal 18 Mton, laat de doorrekening van de plannen voor generieke CO2-heffing een range zien van minimaal 11 en maximaal 24 Mton in 2030. Daarmee zou het doel volgens de rekenmeesters waarschijnlijk ruim gehaald worden. Een generieke CO2-heffing kan leiden tot een prikkel voor innovatie en investeringen gericht op emissiereductie, maar, aldus het PBL, de lastenverzwaring kan ook leiden tot verplaatsing van emissies en investeringen daar waar de extra kosten niet doorberekend kunnen worden in de geproduceerde producten.

Vraagtekens
Voorzitter Gertjan Lankhorst van VEMW: “de PBL-rapportage heeft een concept-status met mitsen en maren, maar is nu al uitgebracht ‘vanwege alle media-aandacht’ aldus het PBL. PBL geeft aan dat het nog geen definitieve doorrekening kan uitbrengen van de voorstellen van Groen Links en PvdA voor een generieke CO2-heffing. De inzichten uit een macro-economische en bedrijfsspecifieke benadering lopen uiteen. Consequentie is dat de rapportage onduidelijkheden en onzekerheden introduceert, en laat dat nu net de kritiek zijn die het PBL had op de door de industrie voorgestelde maatregelen in het ontwerp Klimaatakkoord. Belangrijkste kanttekening van PBL bij de voorstellen voor een generieke CO2-heffing, is de vaststelling dat de Nederlandse emissies bij een generieke CO2-heffing weliswaar afnemen, maar dat dit kan leiden tot verplaatsing van industriële activiteiten en daarmee een toename van emissies elders. PBL schat dat een derde tot de helft van de bedrijven gevoelig is voor weglekeffecten. Op wereldschaal zal de emissiereductie volgens het PBL naar verwachting kleiner zijn dan wanneer productie wordt verduurzaamd zonder verplaatsing. VEMW wacht met belangstelling het voorstel van het Kabinet af dat, naar verwachting in juni, met een eigen variant van een CO2-heffing zal komen.”