Staat van de EU Energie Unie gepubliceerd
Uiteenlopende aanpak lidstaten belemmert liberalisering EU energie markt
De Europese Commissie heeft 'de staat van de Europese Energie Unie' gepubliceerd. Daarin zijn de ontwikkelingen in de periode 2014-2017 opgenomen, alsmede de vooruitzichten. Conclusie: er is vooruitgang geboekt, maar nog veel werk te doen. Synchroniciteit tussen de lidstaten ontbreekt. Zo kunnen nationale klimaatplannen en de bijbehorende maatregelen flink uiteenlopen en lopen de lidstaten niet gelijk in het invullen van de doelstellingen van de Energie Unie. Het is volgens VEMW daarom noodzakelijk dat er een duidelijke visie voor 2050 komt over de energie- en industrietransitie.
Ontwikkelingen
De Europese Commissie laat in de State of The Energy Union zien dat de emissie van broeikasgassen en het energiegebruik in toenemende mate zijn ontkoppeld van de economische ontwikkelingen. Het emissiehandelssysteem werkt robuust met een steeds lager emissieplafond en rechten die uit de markt worden genomen. De emissie in de EU is bij een economische groei van 58 procent (!) met 22 procent gedaald sinds 1990 terwijl in de rest van de wereld de emissies stegen met 55 procent. De CO2-prijs heeft inmiddels een prijsniveau van boven de 25 euro/ton bereikt.
De Commissie (EC) stelt echter ook vast dat de laatste paar jaren de reductie trend afzwakt, met name als het gaat om het energie efficiëntiedoel. Reden voor de EC om een taskforce in te stellen om lidstaten meer te mobiliseren om het besparingspotentieel uit te nutten. Om de 2030 doelstelling te halen moet het primaire energie consumptie niveau verder omlaag met 18,5 procent t.o.v. 2017. De EU ligt op koers met het aandeel hernieuwbare energie. Dat is gestegen tot 17,5 procent in 2017 (2020-doel: 20 procent). De EC stelt vast dat de penetratiegraad erg verschilt per sector en lidstaat. Nederland zal haar doelstelling van 14 procent in 2020 naar verwachting (die ligt op maximaal 12,5 procent) niet halen.
De Commissie is tevreden over de betaalbaarheid van energie. Door verbetering van de marktwerking en investeringen gericht op het wegnemen van infrastructurele belemmeringen (alleen al publieke investeringen 5.3 mrd euro per jaar in de periode 2014-2017) zijn de elektriciteit groothandelsprijzen tussen 2010 en 2017 gedaald met 6,4 procent. Door toegenomen netwerkkosten en belastingen stegen de finale consumptieprijzen voor elektriciteit echter met 8,7% voor zakelijke gebruikers. De groothandelsprijs voor gas is over dezelfde periode niet wezenlijk veranderd. De EC voorziet investeringen in schone technologie onderzoek en innovatie van 10-16 mrd euro in de periode 2020-2030. Tot slot werkt de EC doorlopend aan het verbeteren van toegang tot de Europese gasmarkt- en de elektriciteitsmarkt. In het Clean Energy Package (2017) is daar een nieuwe poging tot gedaan.
Zorg voor meer synchroniciteit
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “De Europese Commissie heeft in 2014 een duidelijk signaal afgegeven dat het creëren van één interne Europese energiemarkt voor elektriciteit en gas de belangrijkste leidraad is en blijft voor het Europese energiebeleid. Een combinatie van marktwerking en regulering moet leiden tot keuzevrijheid, kwaliteit en kosteneffectiviteit. Dat geeft doelmatige prikkels om te investeren in energiebesparing en infrastructuur. Op basis van het evaluatierapport over de eerste 4 jaar van de Energie Unie kunnen we concluderen dat er nog veel werk te verrichten is. Zo zien we dat lidstaten uiteenlopende maatregelen nemen op het gebied van klimaatbeleid, die niet bijdragen aan het creëren van competitieve Europese energiemarkt. De Nederlandse regering wil kolencentrales volledig uitfaseren, terwijl Duitsland het gebruik van kernenergie in eigen land wil uitsluiten. In het Verenigd Koninkrijk is een CO₂-minimumprijs voor elektriciteitsopwekking ingevoerd waardoor het gas aandeel in de energiemix is gestegen. VEMW heeft zich altijd ingezet voor het opheffen van markt imperfecties en het liberaliseren van de Europese energiemarkten. Daarom wordt er nu met Europese zusterorganisatie IFIEC samengewerkt aan een 2050 visie voor de Europese industrie. Voor de Europese industrie is het belangrijk dat er grensoverschrijdend gekeken wordt naar de industrietransitie, die verweven is met de energietransitie.”