Verstandige CO2-beprijzing kán doelmatig zijn afhankelijk van uitvoering
Gelijkwaardig Europees systeem nodig: markt houdt niet bij grens op!
CO2-beprijzing kan een doelmatig systeem zijn om bedrijven aan te sporen de emissie te verminderen. Dat hoeft volgens de Rabobank niet schadelijk te zijn voor de concurrentiepositie van Nederland. Volgens VEMW is dit sterk afhankelijk is van de wijze van belasting. Verstandige CO2-beprijzing kán doelmatig zijn om bedrijven aan te sporen emissies te reduceren; afhankelijk van de uitvoering van zo’n instrument.
CO2-beprijzing kan een doelmatig systeem zijn om bedrijven aan te sporen de emissie te verminderen. Dat hoeft volgens de Rabobank niet schadelijk te zijn voor de concurrentiepositie van Nederland. Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW gaf in een reactie op BNR Nieuwsradio
aan dat dit sterk afhankelijk is van de wijze van belasting. Verstandige CO2-beprijzing kán doelmatig zijn om bedrijven aan te sporen emissies te reduceren, maar dat is afhankelijk van de uitvoering van zo’n instrument.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “CO2-beprijzing kan een doelmatige systeem zijn om bedrijven aan te sporen om hun emissies te reduceren. Een eenzijdige Nederlandse heffing zal leiden tot extra kosten voor bedrijven in Nederland. Bedrijven acteren op een internationale markt, die groter is dan Nederland. De genoemde kosten kunnen zij niet of niet volledig doorbelasten aan hun afnemers, waardoor hun concurrentiepositie wordt geschaad. De Rabobank verwacht dat meer landen een vorm van CO2-heffing gaan invoeren. Ik stel vast dat de Europese Commissie een ambitieus plan getiteld “A clean planet for all” heeft opgesteld, met steun van het Europees Parlement, dat moet leiden tot een CO2-arm of CO2-vrij Europa in 2050. Lidstaten zijn echter nog niet zover als Nederland om de emissiereductiedoelstellingen en het emissiehandelssysteem nog verder aan te scherpen. Een Europees gelijkgetrokken en gelijkwaardig systeem is wel een cruciale voorwaarde. De Nederlandse industrie laat sinds 1990 zien efficiënter te opereren dan de rest van de Europese Unie, en goed te concurreren (export). Het louter verplaatsen van industriële emissies van Nederland naar het buitenland moet voorkomen worden, want daar is het klimaat net zo min mee geholpen als de welvaart en de werkgelegenheid in Nederland. Een CO2-beprijzing kan verstandig zijn als de beoogde heffing ertoe leidt dat de voorlopers worden beloond en de achterblijvers de rekening betalen. Dat is afhankelijk van de uitvoering. Die moet ertoe leiden dat innovatie gericht op CO2-reductie, wordt bevorderd én doelmatig gerealiseerd kan worden, en weglek van emissies door verplaatsing van productie wordt voorkomen.”