Terug naar nieuws

Belang WKK moet plaats krijgen in uitwerking Klimaatakkoord

Regeling nodig om perverse effecten te vermijden

Klimaat 6 februari 2019Thessa de Ridder

Het belang van warmtekrachtkoppeling (WKK) moet een plaats krijgen in de uitwerking van het Klimaatakkoord. WKK-installaties kunnen ook tijdens de energietransitie een belangrijke bijdrage leveren aan energiebesparing, emissiereductie en het leveren van een flexibel aanbod aan de elektriciteitsmarkt. Er zal beleid ontwikkeld moeten worden om deze bijdragen te verzilveren. Onder meer ten aanzien van de toerekening van emissierechten en –kosten, de verdeling van emissies tussen warmte en kracht (accounting regels) en de bijdrage van WKK aan de flexibiliteitsbehoefte van de elektriciteitsmarkt. VEMW heeft een werkgroep ingesteld om de uitgangspunten voor een adequate regeling vast te stellen. Een regeling die een plaats moet krijgen in de uitwerking van het Klimaatakkoord.

Issues
Het ontwerp Klimaatakkoord zou er toe kunnen leiden dat een – industrieel – bedrijf dat gebruik maakt van een WKK-installatie voor de opwekking van warmte (stoom) en kracht (elektriciteit) bij de toewijzing en kosten van emissierechten anders wordt behandeld wanneer de installatie in eigendom is, de zogenaamde ‘scope 1’ waarbij de schoorsteen (emissie) van de industrie is, of wanneer die installatie in handen is van een elektriciteitsproducent (schoorsteen in ‘scope 2’). Daarnaast is niet altijd duidelijk welk deel van de emissie toegerekend mag worden aan de elektriciteit en aan de warmte, en zijn er issues over de elektriciteit opgewekt voor eigen gebruik en elektriciteit die op het openbare net gezet wordt.

WKK levert naast energiebesparing en emissiereductie ook een bijdrage aan de flexibilisering van de energievoorziening. Die bijdrage wordt belemmerd door de eis die wordt gesteld aan het rendement van de installatie. Als het elektrisch rendement hoger is dan 30 procent wordt het bedrijf vrijgesteld van Energiebelasting (EB). Wanneer een WKK, bijvoorbeeld een gasturbine teruggeregeld wordt en in deellast gaat draaien, neemt het elektrisch rendement af tot onder de 30 procent grens en vervalt de vrijstelling. Een straf voor flexibel opereren in plaats van een beloning van die waarde voor de elektriciteitsmarkt.

Belang WKK
In Nederland staan ruim 4000 WKK-installaties die in motoren en turbines elektriciteit en nuttige warmte (stoom) opwekken. Die installaties bespaarden in 2015 zo’n 150 PJ primaire energie, waarvan in de industrie alleen al zo’n 60 PJ/jaar. In de industrie wordt zo’n 30 procent van de warmtevraag en de helft van de elektriciteitsvraag gedekt door WKK. De inzet van WKK alleen al in de industrie levert een emissiereductie op van zo’n 7 Mton CO2/jaar.

De laatste jaren stond WKK als technologie onder druk door de jarenlange negatieve sparkspreads. Ondanks het efficiënte energiegebruik van WKK’s werden ze in de zogenaamde merit order vele uren van het jaar weggedrukt op de elektriciteitsmarkt door onder meer kolencentrales. Met als resultaat dat de installaties minder draaiuren maken, worden uitgezet of zelfs ontmanteld. Dat leidt tot een ontsparing en hogere emissies.

Flexibiliteit
WKK draagt bij aan de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening , met name door zijn decentrale karakter, waarbij het aanbod dicht bij de vraag is gelokaliseerd. Dat impliceert een geringer transport van elektriciteit. Er staan met name veel gasmotoren opgesteld en de omvang per installatie varieert van 0,5 - 600 MW. Naast industriële WKK’s staan dit soort installaties ook in de glastuinbouw en ziekenhuizen. Hoewel in de industrie de meeste WKK’s zijn ontworpen op hun must run karakter voor warmteproductie, zijn ze in staat flexibel om te gaan met de elektriciteitsproductie, en zo een bijdrage te leveren aan de flexibiliteitsbehoefte van de stroommarkt.

VEMW, 6 februari 2019