In hoeverre kunnen de 2030-doelen met de klimaatplannen worden gehaald? Hoeveel emissiereductie is er bereikt? In welke sectoren kan de uitstoot het verst worden teruggedrongen? Worden met de klimaatplannen de aangescherpte Europese doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie gehaald? Dit rapport geeft antwoorden.
De KEV 2022 liet zien dat er nog een forse restopgave lag om de klimaatdoelen met voldoende mate van zekerheid binnen bereik te brengen. In reactie daarop stelde het kabinet bij de Voorjaarsnota 2023 het voorjaarspakket op met extra nationale klimaatbeleidsplannen. Met dit extra beleidspakket beoogde het kabinet een aanvullende emissiereductie van 22 megaton CO2- equivalenten in 2030 te bereiken. Hierbij ging het kabinet er al van uit dat de bestaande geagendeerde klimaatplannen – boven op het vastgestelde en voorgenomen beleid dat in de KEV 2022 was doorgerekend – circa 13,5 megaton aan emissiereducties in 2030 zouden gaan opleveren, zoals omschreven in het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Klimaat (IBO) (EZK 2023c). Met de bestaande geagendeerde klimaatplannen en het extra voorjaarspakket richtte het kabinet zich op een emissiereductie van 60 procent in 2030 ten opzichte van 1990, een voornemen dat in het Coalitieakkoord van 2022 was vastgelegd. Daarmee anticipeerde het kabinet op eventuele tegenslagen bij de realisatie van het streefdoel van 55 procent broeikasgasreductie in 2030. Dit streefdoel is op 21 juli 2023 vastgelegd in de aangepaste Klimaatwet.
Bron: EZK
Meer documenten in de Kenisbank