Deze studie is een van de eerste om de signalen en gevolgen van de hogere gas- en elektraprijzen kwantitatief en meer systematisch in beeld te brengen.
Sinds medio 2021 zijn de energieprijzen sterk gestegen. Initieel werd de prijsstijging gedreven doordat het energieaanbod de inhaalvraag na de coronapandemie niet kon bijbenen. Dit kwam onder andere door lagere opbrengsten uit zon- en windenergie, onderhoud aan Franse kerncentrales en minder gasleveringen vanuit Rusland. Sinds de Russische inval in Oekraïne zijn de prijzen van gas en elektriciteit nog verder gestegen. Ten opzichte van 2019, liggen de groothandelsprijzen voor gas en elektra respectievelijk 500 en 800% hoger.
Deze prijsstijging heeft tevens geleid tot hogere energiekosten voor bedrijven. Doordat een deel van het energieverbruik echter wordt ingekocht op basis van langetermijncontracten en energieleveranciers niet altijd direct
prijsstijgingen volledig doorberekenen, is de gemiddelde transactieprijs die betaald wordt door het bedrijfsleven minder snel gestegen dan de groothandelsprijs.
Dit doet de vraag rijzen in hoeverre het Nederlandse bedrijfsleven in staat is om de energiekostenschok op te vangen. De effecten van de gestegen energieprijzen op huishoudens zijn inmiddels door meerdere partijen in kaart gebracht. Signalen over de effecten op het bedrijfsleven blijven echter vaak anekdotisch van aard. Deze studie doet is een van de eerste om de gevolgen van de hogere gas- en elektraprijzen kwantitatief en meer systematisch in beeld te brengen.