Het klimaatakkoord beschrijft het doel om de broeikasgasemissies in 2030 met 49% te reduceren ten opzichte van 1990. De industrie heeft de opgave om 59% te reduceren in 2030 ten opzichte van 1990. De vermindering van de uitstoot sinds 1990 in ogenschouw nemend, moet er ten opzichte van de uitstoot in 2015 nog 19,4 Mton bespaard worden tot 2030.
De realisatie van deze doelstelling komt voor een gedeelte tot stand via bestaand beleid, maar de grootste inspanning (14,3 Mton) zal via nieuw beleid lopen. Procesefficiëntie heeft de potentie om een kosteneffectieve bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen. Het is een belangrijke pijler voor de industriële reductieopgave met een potentiele reductie van circa 6 Mton volgens het Ontwerp Klimaatakkoord (OKA). Energiebesparing en procesefficiëntie (PE) passen qua systematiek echter niet goed in de SDE++ systematiek. Het niet (voldoende) instrumenteren van kosteneffectieve procesefficiëntiemaatregelen leidt tot hogere kosten voor CO2-reductie.
Daarom heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een marktconsultatie uitgevoerd om de noodzaak voor en behoefte aan aanvullend instrumentarium met het doel om procesefficiëntietechnieken beter te stimuleren in beeld te brengen.